Het "steentje" in Kontich

Antwerpen noemt zich graag “het wereldcentrum van de diamant”. En DIVA noemt zich een “briljant” museum voor diamant, juwelen en zilver. Inderdaad, de stad kende al in de vijftiende eeuw diamantbewerkers en -handelaars. Tot in deze eeuw speelt ze op dat gebied een leidende rol op wereldvlak. En soms straalde de schittering van het “steentje” af op het platteland rondom, niet alleen in de Kempen, maar ook bij ons.

Slijpmolen voor diamant De diamant bewerken werd tegen het einde van de negentiende eeuw een dure bezigheid in de stad, daarom zochten de handelaars goedkopere werkkrachten en ateliers die goed bereikbaar waren. Kontich was één van de uitverkoren dorpen.

Quadens is de naam van een bekende familie die hier met het vak van snijden en slijpen was verbonden. Wijlen Alfons (1934-2018) schreef zijn herinneringen daaromtrent op, op basis van het geschiedenisboek van Robert Van Passen. Dat was ter gelegenheid van een Rerum Novarumdorpswandeling nu tien jaar geleden. Dat verhaal is de moeite om door te geven, met dank aan Fons en Robert.

De eerste vergunning voor een slijperij ging in 1904 naar Jules Hellemans in de Drabstraat. Het is waarschijnlijk daar dat de ouders van Fons de stiel leerden: vader Frans als diamantslijper briljandeur en moeder Emilia Wellens als diamantsnijdster.

De oude gebouwen van de NV Diamantnijverheid van Contich, ingenomen door de Vakschool (nu VTI),
foto ca 1950
In 1910 richtte A. Huybrechts – die aan het Sint-Jansplein een bloemmolen en stoombrouwerij bezat – een slijperij op met elektrische motor op de derde verdieping. Op de plaats waar nu het Museum voor Heem- en Ouheidkunde is, stonden wel dertig molens te draaien.

In 1910 wordt de NV Diamantnijverheid van Contich opgericht, met werkhuis aan de Edegemsesteenweg.

Ook dat gebouw is nog zichtbaar: het is daar dat later de Vakschool en nu het VTI is gekomen. Ze werd de Katholieke slijperij genoemd en zou ook een school voor diamantslijperij hebben bevat.

Zo vonden vele Kontichse mannen en vrouwen een goed betaalde job dicht bij huis.

Binnenzicht in de slijperij van Elbaum en Tolkowsky, beginjaren vóór WO I
en Groepsfoto personeel

Ook in de Ooststatiestraat werd een grote slijperij opgericht. Elbaum en Tolkowsky waren de Antwerpse eigenaars, die nu nog in de diamantwereld een naam als een klok hebben. Deze diamantairs kwamen zoals zovele anderen in de tweede helft van de negentiende eeuw uit Rusland of andere Oost-Europese landen en velen moesten tijdens de bezetting van nazi-Duitsland vluchten omdat ze Jood waren.

Diamantbewerking werd een belangrijke bedrijfstak in Kontich.

Personeel slijperij Albert Cools, Rubensstraat, ca 1945-1946

Er kwamen nog slijperijen bij, slijperij Albert Cools in de Rubensstraat, A. Heymans aan de Mechelsesteenweg 166 in 1911, Verhoeven in de Nieuwstraat (1912), Sooi Quadens aan de Varkensmarkt (1912), … Op dat laatste adres was ook een herberg, het Schuttershof (waar nu een ziekenfonds is gehuisvest). En zoals de naam doet vermoeden was er ook een handboogmaatschappij, De Leerlingen, met een liggende wip in de achtertuin. Fons’ grootvader was de uitbater, en tevens kuiper bij brouwerij De Sleutel en kolenboer.

Personeel slijperij Quadens, Magdalenastraat, ca 1924

Vader Quadens kocht rond 1928 het woonhuis aan de Magdalenastraat 13, dat gemeentesecretaris Gregoor Thees had laten bouwen in 1898. Achteraan bouwde hij een atelier dat na de Tweede Wereldoorlog nog tot zeventien molens werd uitgebreid. Ze hebben nog tot ca. 1975 voor de familie gedraaid en op het einde voor enkele slijpers in dienst van grotere firma’s uit Antwerpen. Na de dood van vader (1980) en moeder (1981) Quadens kocht de kerkfabriek het eigendom, de fabriek werd ontmanteld en KWB Sint-Martinus heeft er zijn lokaal van gemaakt.

De ruimte ontbreekt om alle slijperijen hier op te sommen, maar het mag duidelijk zijn dat deze industrie voor heel wat tewerkstelling in onze gemeente zorgde. De vakvereniging voor diamantbewerkers was zelfs de tweede in Kontich, na die van de hout- en bouwbewerkers (1908).

Waren er in 1912 nog maar vier slijperijen (met in totaal 231 werknemers), dan waren er in 1924 al een twintigtal! De achteruitgang begon met de oorlog. En rond 1990 was het onherroepelijk gedaan. Toen werd de slijperij van Jef Meylemans en zijn schoonzoon Cois van Dessel aan de Edegemsesteenweg gesloten. Ondertussen waren de meeste slijpers trouwens al naar Antwerpen getrokken, waar de lonen nu weer hoger lagen. Bovendien werd de reglementering zo streng met als gevolg dat de grote bedrijven de kleintjes doodconcurreerden.

Buiten slijpers waren er in Kontich ook enkele schijvenschuurders bedrijvig. Na een tijd komen er namelijk te veel groeven in de schijven en worden ze onbruikbaar. Die moesten de schuurders eruit wrijven. Dat was de zwaarste job van heel het vak en vroeg de meeste inspanning. Het duurde meestal een uur hard werken eer de schijf weer bruikbaar was. Bovendien woog ze wel vijftien kilo. Tot in de jaren zestig kon je de arbeiders zien rondrijden met twee tot vier van die schijven op hun fiets. Tegenwoordig doen (dure) machines hun werk.

Om te besluiten citeren we nog uit Van Passens Geschiedenis van Waarloos: “Ook het zo bekende ‘steentje’ uit de diamantwereld deed in 1929-1930 zijn intrede in Waarloos. Twee kleine diamantslijperijen zagen het levenslicht en stelden enkele mensen te werk. Deze van Cornelius De Hert bevond zich op de Grote Baan."

Het diamantbedrijf is verdwenen uit Kontich. Maar de schitterende edelsteentjes zijn nog altijd te koop in onze gemeente. Stap maar eens een juwelier binnen, want je weet: A diamond is a girl’s best friend. Alhoewel mevrouw, ook mannen kunnen gefascineerd zijn door schitterende sieraden!

Misschien valt er meer te vertellen over de diamantnijverheid in Kontich en Waarloos. Als de lezers dezes nog aanvullende informatie hebben – misschien nog foto’s, documenten of voorwerpen die met de lokale diamantsector te maken hebben – dan mogen ze altijd met de Kring voor Heemkunde contact opnemen, via heemkunde.kontich@gmail.com.

Ook enkele mooie briljanten, baguettes of emeraudes ontbreken nog in onze collectie, al zijn we al tevreden met een voorbeeld van de hier geproduceerde fantasie.

Tekst: Frank Hellemans. Foto’s: Koninklijke Kring voor Heemkunde Kontich.
Uit het Informatieblad van de gemeente Kontich, november 2021.

En vind HIER de lijst van alle heemkundige "Sprokkels" over Kontich-Waarloos.

Zoeken in onze website


Created: 15/10/2021

© 2003-2021 - MuseumKontich - Alle rechten voorbehouden